Enkele maanden geleden interviewde ik Rahid over zijn overgrootvader Rahman Khan, een wiskundige uit India, die een contract aanging om te gaan werken op een koffieplantage in Suriname. Dat gebeurde in de 19e eeuw. Wat is eigenlijk de geschiedenis van wiskunde in India?
De wiskunde heeft in India een rijke geschiedenis, die duizenden jaren teruggaat. Indiase wiskundigen speelden al in de oudheid een bepalende rol. Ze ontwikkelden concepten die later wereldwijd invloed zouden krijgen.
Arabische wetenschappers borduurden voort op de Indiase wiskundige systemen. Zij verspreidden deze in de Middeleeuwen naar Europa.
Het getal nul
Een van de belangrijkste Indiase bijdragen aan de wiskunde was het concept van het getal nul. Dit idee werd vastgelegd in de Gupta-periode rond de 5e eeuw na Christus.
Dat legde de basis voor het decimale stelsel, oftewel het stelsel dat wij nu nog gebruiken en dat uitgaat van de cijfers 0 tot en met 9. Het klinkt voor ons misschien niet meer dan logisch, maar ooit werd bedacht dat combinaties van die cijfers samen getallen vormen. Door het getal nul werd het makkelijker om wiskundige berekeningen op te lossen.
Pi en de waarde van cijfers
Daarnaast waren Indiase wiskundigen onder de eerste wetenschappers die de waarde van pi (π) met grote precisie benaderden. In de 5e eeuw ontwikkelde de wiskundige Aryabhata een nauwkeurige benadering van pi, die later door wiskundigen in andere delen van de wereld werd overgenomen. Het getal pi is niet alleen in de wiskunde van groot belang, maar ook in onder meer de bouwkunde, technologie en astronomie.
Aryabhata introduceerde ook het concept ‘plaatswaarde’. De plaats van een cijfer in een getal bepaalt de waarde van het cijfer. In het getal 3648 bijvoorbeeld heeft de 8 zijn eigen absolute waarde (8), de 4 de waarde van een tiental (40), de 6 de waarde van een honderdtal (600) en de 3 de waarde van een duizendtal (3000). Ook dit is voor ons zo ‘normaal’ dat het lastig is om je voor te stellen dat het ooit anders was.
De algebraïsche technieken van Aryabhata zijn voor moderne wiskundigen nog steeds relevant.
Wiskunde van de Middeleeuwen tot nu
In de Middeleeuwen bleef India een centrum van wiskundige ontwikkelingen. De beroemde astronoom Brahmagupta leefde in de 7e eeuw en werkte met negatieve getallen. Daarmee kon hij nieuwe formules ontwikkelen voor het oplossen van lineaire en kwadratische vergelijkingen. Zijn werk had grote invloed op de Arabische wiskunde en werd later verspreid naar Europa.
Ook in de moderne tijd zijn wiskundige grootheden uit India gekomen, zoals Srinivasa Ramanujan. In de vroege 20e eeuw verrichte hij baanbrekend werk op het gebied van getaltheorie, de eigenschappen van en de relatie tussen getallen. Zijn intuïtieve benaderingen en ingewikkelde formules blijven wiskundigen tot op de dag van vandaag inspireren.
Getaltheorie wordt tegenwoordig in veel vakgebieden toegepast. Denk bijvoorbeeld aan beleggingsmodellen, de ontwikkeling van algoritmen en het versleutelen van gegevens.
Blijvende invloed van wiskunde uit India
Samenvattend heeft India niet alleen een rijke geschiedenis als het gaat om wiskunde, maar ook een blijvende invloed op de wiskunde zoals wij die nu kennen. En het oneindige aantal toepassingen dat erbij hoort.
Lees het verhaal van wiskundige Munshi Rahman Khan door de ogen van zijn achterkleinzoon Rahid.