Een tengere, Indonesische dame op leeftijd. Met een knot in het haar en een kabaya, de traditionele blouse die boven een sarong gedragen wordt. Dat is het beeld dat ik heb van mijn overgrootmoeder. Haar foto stond altijd in de kast bij mijn oma en opa. Naast haar stond een foto van haar echtgenoot; een slanke, Europees-uitziende man die ernstig uit zijn lichte ogen keek.
Haar naam was Goena Lahare. Dat staat zo op haar graf, dat we vroeger elk jaar rond haar sterfdag bezochten in Capelle aan den IJssel. Men noemde haar ‘Mien’. Ze is rond 1900 geboren aan de westkust van Sumatra.
Ik heb mijn overgrootmoeder Goena nooit gekend. Zij is in 1978 in Rotterdam overleden, 5 jaar voor mijn geboorte. Maar mijn moeder, oma, opa en andere familieleden hadden het nog vaak over haar. Die verhalen schetsten voor mij een bepaald beeld: een ontzettend lieve vrouw, niet op haar mondje gevallen en voor weinig bang. Ze werd nog gemist om haar wijze raad, mensenkennis en grote hart. Ze was veel minder timide en volgzaam dan het stereotype beeld dat er weleens bestaat van tengere, Aziatische vrouwen.
Onderdanig (?)
Als vrouw aan het begin van de 20e eeuw stond je maatschappelijk gezien lager dan een man. In het huwelijk was je officieel onderdanig aan je echtgenoot. Dat was in Nederland niet veel anders dan in Nederlands-Indië. In de koloniale tijd stond je als “inlands” persoon met een donkere huidskleur en niet-Christen maatschappelijk gezien ook lager dan mensen van Europese afkomst.
Een inlandse vrouw in die tijd, stond dus helemaal onderaan de maatschappelijke ladder. Daar komt bij dat er voor Europese mensen een ander rechtssysteem was dan voor inlandse mensen. Je had dus simpel gezegd minder rechten als inlands persoon.
Met de term “inlanders” doelde men in Nederlands-Indië op de autochtone bevolking. In het koloniale apartheidssysteem werden dat soort termen gebruikt om mensen in een bepaalde sociale laag te plaatsen. Ik gebruik de term overigens zelf liever niet, maar hier uitsluitend om aan te tonen hoe er in die tijd over mensen gesproken werd.
Als vrouw met een multiculturele achtergrond in het Nederland van de 21e eeuw heb ik vrijheden die Goena waarschijnlijk nooit voor mogelijk had gehouden. Maar zelfs ik heb nog te maken met vooroordelen en pijnlijke gesprekken. Denkpatronen over huidskleur en ras hebben eeuwenlang stand gehouden en zijn niet zomaar binnen 1 of 2 generaties veranderd. En nog steeds verdedigen veel mensen het koloniale verleden.
Ik denk dat zij maar moeilijk kunnen indenken hoe het was om zelf minder kansen te hebben, en alleen goed te kunnen leven bij de gratie van anderen. Omdat die toevallig mannen zijn, een lichtere (‘betere’) huidskleur hebben, of ‘het beste’ geloof aanhangen. Ik probeer mij dus in te leven in een persoon als Goena, die het verleden in levenden lijve meemaakte.

Gekoppeld
De man op de zwart-wit foto was Goena’s man, mijn overgrootvader George de Heer. Hij was van Europese afkomst. Hoe moet het voor haar geweest zijn om een relatie te hebben met hem? Hoe zouden ze elkaar ontmoet hebben? En hoe zouden zij omgegaan zijn met de structurele ongelijkheid in die samenleving?
Hoe Goena precies aan George gekoppeld werd, zal ik waarschijnlijk nooit weten. Brieven of documenten hierover heb ik niet kunnen vinden. Goena zelf heeft wel wat tegen mijn tante (haar oudste kleindochter) verteld. Zij vertelde het aan mij door.
Als tienermeisje van een jaar of 16 moest Goena op een dag mee met haar ouders. Zo werd zij voorgesteld aan George en zijn ouders. George was toen een jaar of 23. Zij moest toen onverwacht met hen mee. Op dat moment had ze geen idee wat haar stond te wachten, maar vertrouwde ze op het besluit van haar ouders. Ze dacht dat ze misschien met George meeging om als huishoudster te werken bij zijn familie. Ze schrok dus behoorlijk toen verwacht werd dat ze zijn (bed)partner zou zijn.
Goena vertelde ook dat dit in die tijd vaker zo gebeurde op Sumatra. Ze vond het vreselijk dat meisjes er zelf geen keuze in hadden.
Het begrip ‘njai’
Van een uithuwelijking kan je in dit geval niet echt spreken. Want George en Goena trouwden op dat moment nog niet. Uit hun trouwakte blijkt dat ze veel later pas getrouwd zijn; zo’n 15 tot 20 jaar later. Zo’n koppeling zonder huwelijk tussen een inlandse vrouw en (Indo-)Europese man was niet ongebruikelijk.
Het gebruik van het koppelen was ontstaan in de tijd van de VOC, de 17e en 18e eeuw, toen er een mannenoverschot was in de kolonie. Het was toen niet toegestaan om vrouwen uit Europa over te laten komen. Aziatische vrouwen konden gedwongen worden om zowel huishoudster als partner (met de Maleise term ‘njai’) te worden voor de man. Soms betaalde de man haar familie zelfs. Feitelijk was dit dan een vorm van slavernij.
Het idee was dat een inlandse vrouw maatschappelijk opklom met een man van Europese afkomst. Maar zolang hij niet met haar trouwde, had ze geen rechten. Vaak genoeg kwam het ook nooit tot een huwelijk. In de Europese kringen keek men namelijk neer op een huwelijk met een inlandse (of niet-Christelijke) vrouw. Het kwam dus ook voor dat de man haar alleen ‘for the time being’ als zijn partner nam; totdat hij met een Europese vrouw kon trouwen.
En zo ging het decennialang. Uit die relaties tussen Europese mannen en inlandse vrouwen kwamen ook kinderen voort. Maar moeder en kinderen konden zomaar op straat gezet worden, bijvoorbeeld als zijn familie dat eiste of als hij een andere vrouw op het oog had.
Njais in mijn stamboom
In de familie van mijn overgrootvader George de Heer was het nemen van een njai niet ongewoon.
Zijn vader Joseph kwam uit Zutphen en had als militair de oversteek naar Sumatra gemaakt. Daarover schreef ik al eerder. De moeder van George heette Christiana Theuvenet. De familie Theuvenet was van Franse of Belgische afkomst en al sinds de 17e eeuw in Indië. In de Theuvenet-stamboom (in het verleden gemaakt door een andere nazaat), lees ik dat door de generaties heen meerdere Europese mannen in de Theuvenet-familie relaties en kinderen hadden met inlandse vrouwen. Als de namen van die vrouwen al bekend zijn, is het meestal alleen de voornaam.
Aan het begin van de 20e eeuw, in de tijd dat Goena aan George werd gekoppeld, was slavernij in de Nederlandse koloniën afgeschaft. Het werd verboden om een njai in huis te nemen. Europese vrouwen mochten ook overkomen naar de kolonie. Toch werden inlandse vrouwen nog aan Europese mannen gekoppeld.
Door haar Indische voormoeders was George’s moeder Christiana van ‘gemengd bloed’. Ze was trots op haar Indische roots – ze sprak behalve Nederlands namelijk vloeiend Maleis en droeg altijd een sarong. Misschien heeft Christiana er wel voor gezorgd dat haar zoon George voor een inlands meisje koos. Misschien dacht ze dat ze Goena zo hielp.

Compleet afhankelijk
Waarschijnlijk dachten Goena’s ouders ook dat dit het beste was voor hun dochter. Dat zij meer kansen zou krijgen in een Europese familie, met een man die voor haar zorgde.
Veel andere mogelijkheden waren er ook niet voor Goena. Ze had nooit de kans gekregen om naar school te gaan; ze kon niet eens lezen en schrijven. Ze zou dus compleet afhankelijk zijn aan haar man; ze kon niet eens zijn huishoudboekhouding bekijken of corresponderen met familie of vriendinnen. Dit was het lot van veel vrouwen in die tijd, wereldwijd. Wat het in dit geval nog triester maakt, is het rassenelement.
Kortom: zowel de ouders van Goena als die van George hadden waarschijnlijk het beste met haar voor; maar het blijft een feit dat Goena niet om zo’n koppeling gevraagd had. En misschien iets heel anders had gewild voor zichzelf. Maar ze had de optie simpelweg niet.
Respect
Toch ging Goena moedig haar lot tegemoet. Niet heel lang nadat zij samen gingen wonen, kregen George en Goena hun enige kind, mijn oma Fien. George was in het begin van hun relatie hard voor haar en niet liefdevol, zo heeft ze later zelf verteld. Geleidelijk veranderde zijn karakter.
Als ik de verhalen over Goena als persoon hoor, krijg ik de indruk dat ze het niet pikte om minderwaardig behandeld te worden. Ik denk dat ze zijn respect afdwong, door zich niet onderdanig op te stellen – ondanks haar afkomst of gebrek aan opleiding. Eigenlijk niet meer dan logisch; vanuit menselijk oogpunt verdiende ze het natuurlijk om gelijkwaardig behandeld te worden.
Het valt mij ook op dat George en Goena openlijk een relatie hadden, terwijl ze niet getrouwd waren. Er zijn namelijk veel foto’s van hen samen gemaakt, ook met zijn familie en collega’s. Dat is voor mij een teken dat hij haar (in ieder geval gaandeweg) respecteerde – en misschien was daar wel liefde uit gegroeid. Hij was uiteindelijk ook een lieve vader, zo herinner ik mij uit de verhalen van mijn oma.

Nederlandse nationaliteit
Na zo’n 15 jaar ongehuwd samen te hebben geleefd met hun dochter, zijn Goena en George in 1936 getrouwd. Daarmee kreeg Goena de Nederlandse nationaliteit en had ze voor de wet dezelfde rechten als een Europese vrouw.
Waarom zijn ze toen wel getrouwd? Ik vermoed dat ze het beste wilden voor hun tienerdochter Fien. Door het huwelijk werd zij namelijk gewettigd en kreeg ze ook de Nederlandse nationaliteit. Misschien was de hoop wel dat Fien zo meer kans zou maken om zelf ook een Europese man te trouwen. Op dat moment was dit het beste wat ze konden doen voor hun kind.
Niet wetende dat de situatie in de Tweede Wereldoorlog compleet op zijn kop zou komen te staan. Daarover later meer.
Opschrijven
Meer dan 100 jaar later heb ik nog respect voor de manier waarop mijn overgrootmoeder Goena zich waardig opstelde, in een samenleving waarin ze op allerlei manieren als minderwaardig gezien werd. Door het klassenverschil, gebaseerd op ras, kon echte gelijkwaardigheid toen niet bestaan.
Ik denk dat Goena zich in haar lot had berust, maar weigerde om als minderwaardig of dom bestempeld te worden. En dit is ook een reden waarom haar kleinkinderen, mijn moeder, tantes en ooms, nog met veel liefde over hun oma spreken.
Van hoeveel voormoeders zoals Goena stammen we wel niet af? Van de meesten van hen zullen we het verhaal nooit horen. Hoeveel van hen mochten het nooit vertellen. Ik ben in elk geval blij dat ik de kans heb om dit verhaal op te schrijven. Goena heeft dat letterlijk zelf nooit kunnen doen.
Wil jij ook iets delen over (een van) jouw voormoeders?
Laat dan een reactie achter!
Gebruikte bronnen
- Boek: Daar werd wat gruwelijks verricht, Reggie Baay (Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2015)
- Boek: De njai, het concubinaat in Nederlands-Indië, Reggie Baay (Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2008)
- Boek: De voormoeders, Suze Zijlstra (Ambo|Anthos Uitgevers, 2021)
- Centraal Bureau Genealogie, Indisch Oud-Paspoortarchief online
- persoonlijk archief en familieleden
Heel mooi geschreven en duidelijk dat ik als het ware een film voor mij zag.
Dank je wel Lisa voor het verhaal van jouw overgroot ouders van je moeders kant.
Knap gedaan Gefeliciteerd!!
Liefs, je tante Tien ❤️
Danku, ook voor het doorvertellen van het verhaal aan mij <3!
Lieve Lisa, ik heb met veel interesse jouw opgetekend verslag over onze lieve oma Goena en haar echtgenoot George gelezen.
Je heb mij teruggebracht naar een situatie die voor vele Nederlanders
onbekend is.
Ik heb onze oma Goena wel meegemaakt maar door jouw verslag ben ik haar nog beter leren kennen.
Bedankt voor jouw inspanningen om het verleden nu heden te maken.
Chapoo
Lieve groeten Oom Theo
Danku <3!!
Lieve Lisa, Wat een verhaal! Dat heb je mooi verteld en mij lijkt het dat je veel hebt geërfd van je Oma Goena.
Van mijn moeders familie zijn er ook in Indonesië geweest, maar die waren dan uitgezonden door de Nederlandse regering, als ik het goed heb. Er zijn daar kinderen geboren en ook gestorven. Ik kon niet zo veel informatie vinden en dat was een tijd geleden. Wel heel interessant om dat verder ná te gaan als ik klaar ben met mijn boeken schrijven over mijn familiegeschiedenis (of misschien beter tijdens?). Ik ben nu met de achtergrond van mijn Canadees vader bezig. Er komen dan zoveel verhalen dan!
Hoe dan ook, ik heb genoten, en met verontwaardiging voor het lot van jouw voorouders gelezen, van jouw verhaal.
Lieve groet, Evelyn
Hi Evelyn, dankjewel voor je lieve woorden!!
Wat interessant dat je ook aan het schrijven bent over je familiegeschiedenis!! Misschien kunnen we een keer erover kletsen met een kopje koffie. Liefs, Lisa